Montessorischool aan de Herschelstraat Amsterdam Oost

                                                     gedurende de jaren dertig.

 

 

                 

 

 

 

                De school vormt een aparte eenheid aan de Herschelstraat, het Galileïplantsoen, de Johan Keplerstraat en de mr. P.N. Arntzeniusweg.

                De plattegrond is C-vormig met een open gedeelte naar het plein.

                De hoofdvleugel aan de Herschelstraat telt drie bouwlagen met zadeldak.

                Door middel van één laags bouwdelen met afgeknot schilddak zijn deze verbonden met de zijvleugels, die ieder twee bouwlagen hebben en zadeldak.

                Kenmerkend voor de stijl van van Lansdorp zijn de vensterstroken direct onder de goot.

                Bij deze Montessorischool is per drie lokalen een rustruimte met keukentje aanwezig.

                De school heette ook wel Het Duinviooltje en De Zilvermeeuw.

 

 

 

 

            Als meisje van bijna vier jaar oud ging ik eerst naar de kleuterschool aan de Zaaiersweg in Tuindorp Watergraafsmeer (Betondorp)

             Het was 1933.

 

 

                     

 

             Aan de Zaaiersweg ,die met een gracht aan de Nieuwe Oosterbegraafplaats , grensde kon je de vogeltjes nog horen zingen en aan

             de grachtkant groeiden fluitenkruid, speenkruid en allerlei wilde bloemen.

             Van die school herinner ik mij de twee zandbakken.

            Eentje was overdekt en het zand was er droog, het enige dat je er mee kon doen was het daadwerkelijk als zand door je vingers

            laten glijden.

            Die zandbak was voor de regendagen.

            De grote zandbak bood meer vertier.

            Er stond een grote boom op het pleintje ervoor.

            Het speelgedeelte lag achter de school.

            Een mens herinnert zich gekke dingen.

            Met sinterklaas kregen we allemaal een cadeautje, maar er waren twee mooier  en groter dan de andere en deze vorm van discriminatie

            leidde tot veel tranen bij sommige kinderen, omdat zij niet tot de gelukkige twee hoorden.

            We plakten in een half schriftje met rondjes en vierkantjes van gekleurd, glimmend papier, dat ik dankzij de bewaarwoede van mijn moeder

            nog altijd heb.

            Dat ik er absoluut geen ster in was is duidelijk aan het plakwerk te zien.

            We maakten ook een verjaardagskalender , bestaande uit vier voorgedrukte vellen die beplakt moesten worden volgens het thema lente, zomer etc.

            Dat ding kwam bij mij dus nooit af. Dan werden we halverwege de ochtend , alle meisjes op een rij, op van die kleine wc'tjes gezet om te plassen.

            Dat vond ik traumatisch.

            Het geklater van al die plassende meisjes !

 

           Mijn moeder was heel handig  en ik had een paars jasje, met een kraag en manchetten, gebreid van allerlei kleurtjes. Daar werd ik oneindig mee gepest.

            Verder werd ik verliefd op een jongetje, dat op de hoek van de Zaaiersweg en de Landbouwstraat woonde.

            Hij ging bovenop een vuilnisbak staan  en riep dat hij mij een gekke meid vond.

            De verliefdheid verdween als sneeuw voor de zon en ik gaf hem een duw waardoor hij van de vuilnisbak afviel en een geschramde

            knie opliep en in tranen naar huis holde.

 

            Na de grote vakantie werd ik vijf en toen begon mijn heerlijke schooltijd op de Montessorischool.Mevrouw Joosten-Götzen was de voorvechtster van het

            Montessorionderwijs.

            Zij adviseerden mijn ouders mij naar die schoolvorm te doen.

            Zo werd ik een leerling op de Montessorikleuterschool aan de Herschelstraat.

 

 

 

 

                                                                                                           Op de Montessorischool

 

                       

                                  

                        Beste Jaap,

                        Hierbij de foto van de Montessorischool in de Herschelstraat in amsterdam. het verhaal komt eraan.

                        Op de foto, gemaakt in 1936- of 1937 staat mevrouw Eijgensteyn .

                        Het meisje links met het speldje in het haar heeette thijssen.het meisje met de geruite jurk was denk ik, Attie Griep.

                        Zelf zit ik met het witte, gebotrduurde kraagje aan de andere kant naast de lerares. op de tafeltjes kaarten van de provincies

                        van nederland met de vlaggetjes met de plaatsnamen.

 

 

 

             We liepen met een ploegje van betondorp naar de Herschelstraat in de Meer.

             Richard, Greetje Prins, een jongen die Cohen heette van zijn achternaam, Sjonnie en ik.

             Een van de ouders zette ons ’s morgens over bij het Ajaxstadion, want de Middenweg was gevaarlijk doordat de Gooische Stoomtram erlangs raasde.

             Die had niet voor niets de bijnaam-de gooische moordenaar-.

 

                                                                 

                           

                    

           We liepen langs de sportvelden, op de hoek van de Kruislaan was het Opleidingsinstituut voor Blindengeleidehonden.

          Dan liepen we of via de Kruislaan en door de weilanden via de  “dempies’die we in de sloten maakten naar de

          Frauenhoferstraat en zo door naar school. Soms liepen we ook netjes langs de Middenweg  en de Nieuweweg naar school.

          Later werd daar aan de overkant de Emmakerk gebouwd.

 

 

 

         De Montessorischool keek met de achterkant uit op het Archimedesplantsoen.

         Het was een mooie school met lichte lokalen en natuurlijk geen banken maar tafeltjes en stoeltjes, die in groepen in het lokaal stonden gerangschikt.

         Ook waren er groepen.

         Geen klassen met kinderen die allemaal ongeveer dezelfde leeftijd hadden, maar op de kleuterschool kinderen van 4-6 jaar samen in een groep.

         Het systeem was zelfwerkzaamheid begeleid door een leerkracht.  

         Er waren allerlei spannende leermiddelen.

         Het was voor mij een verademing na de klassikale kleuterschool.

         Wat ik heerlijk vond waren de kleedjes.

         Die rolde je uit op de grond en dan pakte je een letterdoos en mocht je zelf woorden leggen.

         Later kwam dan de “leidster”en besprak dat met je.

         Niks geen geplak met glimmende rondjes en vierkantje, gewoon grote kinderenspul.

         Het heerlijkste was de tuin.

         Achter de school was een tuin en daar groeiden en bloeiden in de zomer, goudsbloemen, slaapmutsjes, asters enz.

         Voor mijn gevoel scheen al mijn jaren op de Montessorischool de zon.

         Ik kan de geuren van de bloemen nog ruiken.

         Eerlijk gezegd plant ik nog elk jaar een bak met goudsbloemen en een bak met oranje slaapmutsjes en dan ben ik als die bloeien en ik ruik die

         geuren, helemaal terug in mijn kindertijd.

         Tussen de middag bleven de kinderen, die ver weg woonden, over.

         Ik had een klein koffertje en daar zat mijn boterham in en een flesje met karnemelk en een appeltje.

         Met mooi weer mochten we in de tuin eten.

         Het gekke was dat op deze school de kinderen mijn paarse jasje bewonderden en er zelfs jaloers op waren.

         Dat tekent wel de sfeer op de school.

 

        In augustus 1935 ging ik naar boven naar de Grote Montessorischool.

        Ik werd toen in oktober 6, maar lezen kon ik dank zei de interesseopwekkende en stimulerende leermiddelen al vlot.

        Daar kwam ik in een groep met leerlingen van rond de 6 tot en met 9 jaar.

        Je keek veel dingen van oudere leerlingen af, die beheersten bepaalde dingen en dat wilde je zelf dan ook kunnen.

        De lokalen hadden een leeshoek met banken waar je op kon zitten en daar was het stil, daar kon je rustig zitten lezen.

        Soms kwam de leerkracht dan even langs en liet je een stukje hardop lezen, om je kundigheid te controleren.

        Dan was er een keukenhoek, je kon altijd een beetje water gaan drinken, maar er waren ook leermiddelen  waarbij water werd gebruikt.

        B.v. smaaktest, daarbij leerde je bitter en zoet etc.

        Rekenen leerde je met pakjes sommen, op de achterkant stond het antwoord en je leerde vanzelf om niet te smokkelen.

        Daarnaast waren er stokken die met rode en blauwe verf in b.v. decimeters verdeeld waren, daarmee mocht je de gang meten.

        Ook kralen op een stijve ijzeren draad met verschillende aantallen kralen.

        Ook waren er kubussen gemaakt van kralen voor het ruimtelijke voorstellingsvermogen.

        B.v tien kralen breed, tien lang en tien hoog.

        Kleurpotloden stonden in jampotjes, kleur bij kleur en je leerde vanzelf om een potlood dat je gebruikt had weer met een geslepen punt weg te zetten.

 

 

                                                       

                                  Klassenfoto van de Montesorischool Herschelstraat foto van onderstaande website Nationaal Archief

 

                         http://www.gahetna.nl/collectie/afbeeldingen/fotocollectie/zoeken/weergave/detail/q/id/a89c4716-d0b4-102d-bcf8-003048976d84

 

 

                       

 

       De bellen waren om er spelenderwijs de verschillende muzieknoten mee te leren. De landkaarten gemaakt van triplex met gaatjes bij de rivieren,

       bergen en steden en vlaggetjes met namen om op de juiste plaatsen erin te prikken., maakten aardrijkskunde tot een uitdaging.

       Drente had mijn grote voorliefde.

       Het vrouwtje op de slee.

       Bovendien waren er spannende plaatsnamen zoals Emmercompascum!

       Tekenen was erg formeel, we hadden b.v cirkels van metaal die in delen waren verdeeld, 2 halven of tien segmenten, daarmee maakte je tekeningen.

       Het vrije tekenen werd niet echt gestimuleerd.

       We hadden wel moderne gymnastiek, ritmisch met muziek.

       Voor taal ook hier weer de kleedjes en de letterdozen.

       Daarnaast zocht je iemand op van je eigen leeftijd en dan schreef je een samenspraak.

       Je leerde op die wijze goed je gedachten in begrijpelijke taal te verwoorden.

 

 

       Op zaterdagmorgen werden alle planten verzorgd, overal afgestoft , het keukentje netjes gemaakt,de tafeltjes schoongemaakt , de leermiddelen weer

       geordend.

       Daarna was er dan een uur waarin ieder kind, dat dat wilde iets mocht presteren. Zingen, voorlezen, de samenspraak uitbeelden, rekenpuzzeltjes

       opgeven aan de medeleerlingen.

       Je leerde vanzelf om je verlegenheid opzij te zetten.

       Niets was gek.

       Het moet voor de leerkracht een behoorlijk zware taak zijn geweest om alles in goede banen te leiden.

       De prestaties van alle kinderen bij te houden.

       Je had als kind het gevoel, dat je steeds zelf koos wat je ging doen, maar als ik er later op terugkijk was het een soort geleide vrijheid met een

       grote eigen verantwoordelijkheid.

       Na drie jaar ging je over naar een hogere groep.

        Met de vier leerlingen van de foto hadden we gehoopt naar de groep van meneer v.d. Werff te gaan, maar het werd de groep van het hoofd, mevrouw Kok.

       Daar hadden we wel een keer in de week dictee en een middag cijferen.

       Daarnaast kregen we handwerken van juffrouw Kilian.

       Ik heb wat hopeloze broddels gefabriceerd. Een handwerkje dat ik haatte vanwege de onnozelheid, was een kartonnen wc rolletje, dat werd omgehaakt en

        met een koordje eraan omgetoverd tot een houdertje voor veiligheidsspelden.

       Mijn moeder gebruikte het ook nog, toen in 1938 mijn tweede broertje geboren werd!

 

       Na schooltijd was er de wandeling terug naar huis.

       Toen het restaurant op de hoek van de Kruislaan was gesloopt ontstond daar een vijver,

       er lagen plenty planken en menig keer kwamen we thuis met een nat pak omdat ons “vlot” niet zo zeewaardig was.

       Helaas was er een schaduw, want Sjonnie, die een fiets had gekregen kwam op weg naar school onder de bus.

       Wekenlang liepen we na schooltijd langs zijn huis in de Ploegstraat en bleven er even staan.

       Zelf kreeg ik dat jaar voor mijn verjaardag een autoped op luchtbanden, lichtblauw en van een zoevende snelheid.

       Een periode lang moest ik elke zaterdag een gulden naar de fietsenmaker brengen, tot het ding was afbetaald.

       Toen ik tien was kwam de mobilisatie en nam mijn vader mij helaas van de Montessorischool af omdat de Middenweg te gevaarlijk werd door al het militaire verkeer.

       Ik ging naar de Watergraafsmeerschool in Betondorp.

      Daar kwam ik in de zesde klas, omdat ik mijn medeleerlingen in de vijfde vooruit was.

 

      Dat was een enorme overgang, vooral omdat ik erg jong was.

      De meester, ik noem zijn naam niet, had een NSB speldje aan de binnenkant van zijn revers zitten.

      Dat was jammer want het was een heel fijne onderwijzer.

       De sfeer op de gewone lagere school was heel anders.

       Het klassikale gedoe viel niet mee.

      Ook hier weer handwerken, maar mevrouw Liebig was een begrijpende ziel, die niet zo erg veel dicipline had, ze merkte al gauw dat ik heel goed verhalen 

      vertellen kon uit duizend en een nacht.

      Het gevolg was, dat ik bovenop een bank zat tijdens de les en kaliefen, prinsessen, derwisjen  tot leven bracht, terwijl zij voor mij haakte en andere handwerkjes deed.

      Als je klaar was met je taal of sommen of geschiedenis en aardrijkskunde dan mocht je lezen.

      In de klas was een grote kast met onderin stapels boeken, hele ouderwetse waren er bij.

      Eentje begon met –wij nemen de draad weer op_  welke draad zou ik niet weten, maar zo’n zinnetje blijft je bij.

      Natuurlijk waren er de Dick Bosboekjes.

      Zoals we daarvan smulden.

     Het stilzitten in een bank was een van de moeilijkste dingen van de klassikale school.

 

 

 

 

       In mei brak de oorlog uit.Een gekke herinnering is dat alle boeren uit de omgeving hun koeien naar de sportvelden bij Ajax brachten en dat iedereen uit het

       dorp pannen met dikke romige melk haalde, want die koeien werden daar gemolken.

       Het was een gek gezicht, honderden koeien met hun eigenaars!

       Het onderstreepte wel de chaos, die aan het begin van de oorlog heerste.

       Maar over de oorlog praat ik liever niet.

       In het nieuwe schooljaar gingen we met z’n vieren uit de klas naar de middelbare school.

 

       Die heerlijke Montessorischool aan de Herschelstraat is een stevige ondergrond geweest voor mijn hele verdere leven

       Ik ben nog altijd dankbaar, dat mijn ouders mij daar naar toe lieten gaan.

 

                                        Inecka Stuve

 

          

 

                                                            Zie ook        http://www.nostalgiekrant.nl/elisabeth_wolffschool_amsterdam.htm

 

                                           Voor reakties mail naar j.zwart@nostalgiekrant.nl  of  pienpien2011@hotmail.com

                                                   Terug naar de Hoofdpagina http://www.nostalgiekrant.nl/